AV Tech Gadgets

De 5 camera-instellingen die elke fotograaf moet weten

De 5 camera-instellingen die elke fotograaf moet weten

Fotografie was ooit een kunstvorm voorbehouden aan uitvinders, aristocraten en vooral enthousiaste hobbyisten. Het proces omvatte complexe chemie, zorgvuldige naleving van de procedure en meer dan een beetje geluk. Maar naarmate de fotografische technologie verbeterde, werd het eenvoudiger in gebruik en betaalbaarder. Waardoor fotografie een activiteit voor de massa werd.

De meesten van ons hebben het grootste deel van ons leven toegang tot camera’s gehad. Dit op z’n minst door een wegwerpbare filmcamera te gebruiken, van een fotohokje gebruik te maken of gewoon door altijd een smartphone bij ons te dragen.

Toch zijn er enkele flinke verschillen, wat betreft de kwaliteit en gebruikerservaring, tussen het maken van openhartige foto’s met je mobiele telefoon en het gebruik van een speciale DSLR of mirrorless systeem camera.

Als jij dit jaar je eerste DSLR  of (fullframe) spiegelloze camera aanschaft, dan ben je misschien een beetje overweldigd door alles wat ze kunnen doen. Na de kosten van zo’n speciale camera is het nu de frustratie als het om fotografie gaat de grootste hindernis die overwonnen moet worden.

Maar als jij de onderstaande basisinstellingen van jouw (semi-) professionele camera eenmaal kent. Weet wat ze precies doen en hoe ze een foto enorm kunnen beïnvloeden, dan ben je al een behoorlijk eind op weg naar veel plezier achter de cameralens.

Het diafragma

Fotografie gaat in principe over het vastleggen en manipuleren van licht. Wat je met dat licht doet nadat je het opgevangen hebt, kan het beeld dat je krijgt immers drastisch veranderen. Maar het komt allemaal neer op de beslissingen die je nam voordat je een foto maakte.

Er zijn drie basisinstellingen op jouw DSLR en mirrorless camera die direct het meest van invloed zijn op het licht dat u vastlegt en zo dus ook op het eindresultaat. Het diafragma is de eerste van deze drie pijlers, gevolgd door de sluitertijd en ISO. Maar over die twee laatste vertellen je iets later meer.

Zelfs als je helemaal nieuw bent in de kunst van fotografie, dan heb je waarschijnlijk toch weleens het woord ‘diafragma’ in één of andere context gehoord. Het verwijst in het algemeen naar elke opening, maar meer specifiek naar de opening in een camera (of telescoop/verrekijker) waar licht doorheen gaat.

Als jij je camera als een soort mechanisch oog beschouwt, dan is het diafragma de pupil. Een groot diafragma laat het meeste licht binnen terwijl een smal diafragma veel minder licht doorlaat. Net zoals bij jouw oog hangt de ideale diafragma grootte af van de omstandigheden waarin jij fotografeert.

Als jij je in een bijzonder heldere omgeving bevindt, dan kan een kleiner diafragma helpen om minder opvallende details naar voren te brengen. Dit terwijl in omgevingen met weinig licht, zoals bij nachtfotografie, een groter diafragma nodig kan zijn.

De sluitertijd

De sluitertijd geeft aan hoeveel tijd er verstrijkt tussen het openen en sluiten van de sluiter. Een snelle sluitertijd is slechts een fractie van een seconde, terwijl een lange sluitertijd meerdere seconden of soms zelfs minuten kan duren. Het is gemakkelijk om in te denken hoe dit alles op de hoeveelheid licht van invloed kan zijn die door jouw camera wordt opgevangen

Een lange sluitertijd houdt de sluiter langer open en vangt zo veel licht op. Iets wat handig kan zijn als je foto’s bij weinig licht maakt, zoals nachtlandschappen. Dat betekent echter niet dat een lange sluitertijd altijd de juiste keuze is. Sterker nog, dat is het meestal niet.

Je camera verzamelt licht zolang je sluiter open staat. Dat betekent dat het ook automatisch elke beweging zal opvangen. Dus als je een familieportret maakt, dan zal een te lange sluitertijd ervoor zorgen dat iedereen er wazig uitziet.

Maar onder de juiste omstandigheden kun je een vastgelegde beweging perfect voor je laten werken om uiterst coole visuele effecten te bereiken. Zoals het vervagen van stromend water als een rivier door het landschap stroomt, of verkeer dat in een verder stil stadsbeeld over snelwegen zoeft.

De ISO

Jouw ISO instelling is de laatste van de drie fundamentele pijlers van fotografie. Een groter diafragma of een langere sluitertijd zorgt ervoor dat meer fotonen de sensor van je camera raken. En een kleiner diafragma of een kortere sluitertijd doet het tegenovergestelde.

ISO verwijst daarentegen naar hoe gevoelig de sensor van je camera voor die fotonen is. Om een beetje beter te begrijpen wat ISO exact doet, moet je in de tijd teruggaan naar de tijd dat fotografie nog een volledig analoog medium was. Toen het compleet van chemisch behandeld fotopapier afhankelijk was.

Bij het werken met fysieke film is er een ISO classificatie, die ook wel filmsnelheid genoemd. De filmsnelheid vertelt je hoe gevoelig de film voor blootstelling aan licht is. Een film met een hogere snelheid heeft minder licht nodig (is gevoeliger) dan een film met een lagere filmsnelheid.

In de praktijk betekent dit dat een foto die er perfect met een lagere filmsnelheid uitziet, met een hogere filmsnelheid overbelicht en verbleekt kan worden. Het kiezen van de juiste ISO is dus van cruciaal belang om de gewenste foto te krijgen.

Bij een digitale camera werk je echter met een digitale optische sensor in plaats van fysiek fotopapier. Maar jouw sensor kan diverse filmsnelheden simuleren, vertegenwoordigd door de ISO waarden in je camera-instellingen.

Het verhogen van de ISO maakt het beeld helderder door de sensor lichtgevoeliger te maken, maar het kan ook meer ruis introduceren. Hoge ISO waarden kunnen daarom het beste bij weinig licht worden gebruikt, zoals astrofotografie. Hoewel, belangrijker nog, de maan vaak zo helder is dat een laag ISO getal met een langere sluitertijd het beste voor je gewenste eindresultaat kan werken.

De modusknop met instellingen

Voor het geval dat de diverse knoppen op de achterzijde van je nieuwe camera niet genoeg waren om je bezig te houden. Heeft jouw DSLR of spiegelloze camera ook een modusknop, die meestal bovenop het toestel zit.

Die knop is voorzien van een verzameling van letters en symbolen, die elk iets anders doen. Het kan vooral in het begin moeilijk zijn om te weten hoe je deze moet gebruiken. Maar het biedt één van de makkelijkste manieren om snel foto’s met een beetje meer intentie te maken.

Hoewel je digitale camera waarschijnlijk een dozijn of meer standen op deze draaiknop heeft, zijn er vier die veelal het meest bruikbaar zijn. Mits je weet hoe je ze moet gebruiken!

De eerste is Auto (aangegeven door het woord ‘Auto’ of een A+ symbool). Dit is de camera-instelling waar veel beginnende fotografen naar op zoek zijn, omdat het al het werk voor je doet. Het nadeel daarvan is dat je de controle over hoe jouw beeld eruit komt te zien uit handen geeft. De ‘Auto’ stand is bijzonder effectief voor de meeste informele scenario’s, maar is niet noodzakelijkerwijs ideaal voor alles.

Vervolgens hebben we de ‘Aperture Priority’ (A/AV) en ‘Shutter Priority’ (S/Tv). Elk van deze is een soort middenweg die jou de controle over de bijbehorende instelling geeft.  ‘Aperture’ = diafragma en ‘Shutter’ = sluitertijd. Dit terwijl de ingebouwde software van jouw moderne camera voor de rest zorgt.

Als laatste is er ‘Manual’ (M), waarmee je wel de volledige controle over alle instellingen hebt. Je hebt dit type flexibiliteit niet voor elke foto nodig, maar het kan soms de enige manier zijn om bepaalde soorten afbeeldingen vast te leggen.

De scherpstelstanden

Een camera telefoon identificeert automatisch een focuspunt wanneer jij jouw camera-app opent. Waarbij je het focuspunt naar wens kunt aanpassen door op het scherm te tikken. Het is veelal een compromis dat jou in ruil voor gemak middelmatige beelden geeft. Een DSLR of mirrorless camera biedt daarentegen verschillende scherpstelstanden. Standen die elk ideaal voor verschillende soorten afbeeldingen zijn.

De meest gebruikelijke methode is een enkele focus. Deze is prima voor het maken van (bijna) stilstaande beelden. Het werkt door slechts één keer op een object scherp te stellen, wanneer je voor het eerst op de ontspanknop van de camera drukt.

Het is belangrijk om te weten dat het niet opnieuw scherpstelt als het onderwerp van jouw afbeelding beweegt. Want als het onderwerp van jouw afbeelding waarschijnlijk zal bewegen, ben je misschien beter met een continue scherpstelling af. Dit doet min of meer wat de naam al aangeeft. Het identificeert een focus object en volgt dat object vervolgens om de focus in realtime scherp te houden.

Als laatste is er nog de handmatige scherpstelling. In deze scherpstelstand stopt je camera helemaal met assisteren en moet jij je lens geheel handmatig scherpstellen om het gewenste beeld te krijgen. Dit kan een uitdaging zijn, maar het kan ook enkele van de beste resultaten opleveren!

De camera-instellingen die elke fotograaf moet weten

De bovenstaande camera-instellingen zijn de belangrijkste basisinstellingen die elke fotograaf moet weten. Dit zijn echter nog niet alle basisinstellingen die een cameraman/-vrouw moet kennen. Er zijn immers ook nog de witbalans voor het corrigeren van de kleurtemperatuur, het bestandsformaat dat meestal JPG of RAW is, en de mogelijkheid van de sluitervertraging.

Daarnaast zijn er nog de verschillende mogelijkheden in lichtmeting, de mogelijke opnamestanden (een single of burst shot) en de optie van een meervoudige belichting.

Dat zijn allemaal een hoop camera-instellingsmogelijkheden om onder de knie te krijgen. Als jij echter de werking van de sluitertijd, ISO en het diafragma goed onthoudt. Die gezamenlijk ook wel als de belichtingsdriehoek of de drie pijlers van fotografie bekend staat, dan ben je al goed op weg om de creatieve werking van jouw nieuwe DSLR of mirrorless camera van MediaMarkt onder de knie te krijgen.

Want het uitbreiden van je creativiteit is de sleutel tot het verbeteren van fotografie. DeTechTrends wenst je veel plezier met jouw nieuwe digitale camera en het creëren van bijzondere foto’s.

Bron